Let op!
Let op! Een aantal wijzigingen die hieronder worden vermeld, moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.
1. Verduidelijking fietsregeling
De regels rondom de fiets van de zaak worden duidelijker. Als een fiets niet of nauwelijks bij je thuis wordt gestald (denk aan deelfietsen op het werk), hoef je geen bijtelling meer te betalen. Dit geldt met terugwerkende kracht vanaf 2020. Dus gebruik je een deelfiets van het werk en neem je die niet mee naar huis? Dan betaal je geen extra belasting meer over het privégebruik.
2. Lucratiefbelangregeling aangescherpt
Heb je een lucratief belang in een bv (bijvoorbeeld via een management-bv)? Dan ga je daarover vanaf 2026 36% belasting betalen, net als in box 3.
3. Aanpassingen box 3
Het forfaitair rendement (het percentage waarover je belasting betaalt in box 3) voor overige bezittingen gaat omhoog naar 7,78%. Ook wordt het heffingvrije vermogen verlaagd van € 57.684 naar € 51.396. Dit betekent dat je sneller belasting betaalt over je spaargeld en beleggingen.
4. Leegwaarderatio: uitsluiten niet-marktconforme gelieerde partijen
Verhuur je een woning aan een familielid tegen een te lage huur? Dan mag je niet meer uitgaan van een lagere WOZ-waarde (leegwaarderatio). Dit voorkomt dat woningen fiscaal kunstmatig laag worden gewaardeerd.
5. Reparatie box 3-tegenbewijsregeling
Er komt een reparatie voor de tegenbewijsregeling in box 3. Het ontwijken van box 3-belasting door het kopen van obligaties met aangegroeide rente wordt hiermee tegengegaan.
6. Aanpassingen groen beleggen
De vrijstelling voor groen beleggen in box 3 en de bijbehorende heffingskorting blijven nog 1 jaar langer bestaan dan eerder gepland. In 2027 wordt de vrijstelling verlaagd naar € 200 (of € 400 voor partners), en per 2028 vervalt deze helemaal.
7. Akkoord ‘gezond naar het pensioen’
De regeling voor eerder stoppen met werken (RVU) blijft bestaan, maar wordt strenger gemonitord. Om de RVU toegankelijker te maken voor werknemers met een laag inkomen of weinig aanvullend pensioen, wordt voorgesteld het huidige drempelbedrag te verhogen met € 300 bruto per maand. De pseudo-eindheffing voor werkgevers die meer uitkeren dan toegestaan, gaat stapsgewijs omhoog.
8. Versoberen ETK-regeling
Werkgevers mogen vanaf 2026 minder onbelaste kosten vergoeden aan buitenlandse werknemers. Extra kosten voor levensonderhoud en privégesprekskosten met het thuisland mogen niet meer belastingvrij worden vergoed.
9. Fossiele auto van de zaak? Extra belasting
Stel je een benzine- of dieselauto beschikbaar aan je werknemer? Dan betaal je vanaf 2027 12% extra belasting. Er komt een overgangsregeling tot 2030. Dit moet de overstap naar elektrische auto’s versnellen.
10. Ongelijke verdeling bij scheiding
Het wordt niet langer mogelijk om via huwelijkse voorwaarden vermogen onbelast over te hevelen naar je partner door ongelijke verdeling af te spreken. Krijgt een partner meer dan de helft bij scheiding of overlijden? Dan wordt het meerdere belast met schenk- of erfbelasting.
11. Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden
Schenkingen die binnen 180 dagen voor overlijden worden gedaan, worden voortaan alleen nog in de erfbelasting meegenomen. Je hoeft hierover geen aparte aangifte schenkbelasting meer te doen. Dit maakt het makkelijker voor erfgenamen.
12. Gelijkstelling biologische kinderen in schenk- en erfbelasting
Biologische kinderen die niet officieel erkend zijn, krijgen voortaan dezelfde vrijstellingen en tarieven als erkende kinderen, mits het biologische ouderschap met een DNA-test wordt aangetoond.
13. Aangifte erfbelasting: meer tijd
Je krijgt straks 20 maanden de tijd om aangifte erfbelasting te doen. Dit is nu nog 8 maanden. Ook de belastingrente gaat pas daarna lopen.
14. Elektrisch rijden aantrekkelijker
Voor elektrische kampeerauto’s, rolstoelvoertuigen en motoren geldt tot 2030 een lager vast bpm-tarief (€ 667 voor auto’s, € 200 voor motoren). Dit maakt elektrisch rijden aantrekkelijker voor deze categorieën.
15. Autonome vergroening
De bpm-tarieven voor nieuwe auto’s worden jaarlijks aangepast aan de dalende CO₂-uitstoot. Zo blijft de belastingopbrengst stabiel en blijft de prikkel om zuinige auto’s te kopen bestaan.
16. Tariefkorting motorrijtuigenbelasting emissievrije personenauto’s
De korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s wordt verhoogd van 25% naar 30% in de periode 2026-2028. In 2029 gaat de korting weer terug naar 25%.
17. Kwarttarieven motorrijtuigenbelasting
De speciale lage tarieven voor bepaalde voertuigen (zoals kermiswagens en mobiele werkplaatsen) worden per 2028 afgeschaft. Alleen bestelauto’s kunnen er nog tijdelijk gebruik van maken.
18. Ophoging en afschaffing heffingsplafond belasting op leidingwater
Het heffingsplafond voor de belasting op leidingwater wordt in 2026 verhoogd naar 50.000 m³ en in 2027 helemaal afgeschaft. Grote waterverbruikers gaan hierdoor meer belasting betalen.
19. Hervormingen afvalstoffenbelasting
De vrijstelling voor zuiveringsslib vervalt en er komt een hoger tarief voor het storten van afval met ontheffing. Ook wordt het algemene tarief voor afvalstoffenbelasting verhoogd. Dit moet bijdragen aan een circulaire economie en meer recycling.
20. Aanpassingen CO₂-heffing industrie
De CO₂-heffing voor de industrie wordt aangepast. Voor sommige bedrijven wordt het tarief verlaagd, voor afvalverbrandingsinstallaties juist verhoogd. Dit moet verduurzaming stimuleren, maar houdt ook rekening met de internationale concurrentiepositie.
21. Belastingvermindering energiebelasting
De vaste korting op de energiebelasting (heffingskorting) wordt in 2026 verhoogd met € 9,30 per aansluiting. Dit zorgt voor een iets lagere energierekening voor huishoudens en bedrijven.
22. Aanpassing zuiveldefinitie
Alleen pure melk, karnemelk en sojadranken met weinig suiker en vet blijven uitgezonderd van de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken. Dranken met ‘een vleugje zuivel’ of veel suiker vallen straks wel onder de belasting. Dit voorkomt oneerlijke concurrentie en stimuleert gezondere keuzes.
23. Bijtelling privégebruik auto: einde verlaagde regeling
De verlaagde bijtelling voor nulemissieauto’s vervalt definitief per 1 januari 2026. Dit geldt zowel voor ondernemers als voor werknemers die een elektrische auto van de zaak ook privé gebruiken. De overgangsregeling wordt aangepast, zodat bestaande afspraken nog 60 maanden blijven gelden.
24. Energie-investeringsaftrek (EIA): plafond per ondernemer
Voortaan geldt een totaalplafond van € 151 miljoen aan energie-investeringen per belastingplichtige per jaar. Dit voorkomt dat je via deelname in meerdere samenwerkingsverbanden boven het maximum uit kunt komen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat hierop toetsen.
25. Pensioenen en invaren: knelpunten opgelost
Bij het overzetten van oude pensioenen naar het nieuwe stelsel (invaren) ontstonden in sommige gevallen fiscale problemen. Er worden maatregelen voorgesteld om fiscale knelpunten bij ingegane overbrugginspensioenen, ingegane prepensioenen en bepaalde ingegane wezenpensioenen op te lossen. Die blijven nu fiscaal gerespecteerd, ook na invaren. Dit voorkomt onverwachte financiële gevolgen.
26. Vrachtwagens: teruggaafregeling verdwijnt
De teruggaafregeling in de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto’s stopt bij de invoering van de vrachtwagenheffing op 1 juli 2026. Door de nieuwe tarieven is de regeling overbodig geworden.
27. Energiebelasting: nieuwe SBI-codes
De verwijzingen naar SBI-codes in de energiebelasting worden geactualiseerd. Bedrijven die nu gebruikmaken van vrijstellingen blijven dat doen. Er verandert dus niets voor de praktijk.
28. Fonds voor gemene rekening: overgangsregeling
Door een te ruim gedefinieerde definitie bij een wetswijziging per 1 januari 2025 zijn veel fondsen onbedoeld zelfstandig belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Dit zal mogelijk met een toekomstige wetsaanpassing per 2027 worden teruggedraaid. Met de overgangsregeling in het Belastingplan 2026 kunnen de fondsen echter toch tijdelijk fiscaal transparant blijven. Dit voorkomt administratieve lasten voor de slechts 1 of 2 jaar dat deze fondsen zelfstandig belastingplichtig zijn.
29. Verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport blijft
Goed nieuws: het verlaagde btw-tarief van 9% voor cultuur, media en sport blijft gelden. Dit geldt voor onder meer bezoek aan musea, concerten, sportwedstrijden. Hetzelfde geldt voor de levering van kunstvoorwerpen, boeken en culturele diensten. Een uitzondering is de btw op logies (hotels), die per 1 januari 2026 wordt verhoogd naar 21%. Om dit te financieren wordt de jaarlijkse inflatiecorrectie op heffingskortingen en belastingschijven beperkt, wat leidt tot een iets hogere loon- en inkomstenbelasting.
30. Inzagerecht eigen dossier bij Belastingdienst
Vanaf eind 2025 wordt het inzagerecht in fiscale dossiers bij de Belastingdienst eenvoudiger en grotendeels geautomatiseerd. Via een digitaal portaal wordt dan automatisch toegang verleend tot de stukken die de Belastingdienst gebruikt voor een aanslag of beschikking, zonder dat een apart verzoek nodig is. Bepaalde documenten blijven om zwaarwegende redenen, zoals privacy van derden of opsporingsbelangen, uitgezonderd. De nieuwe regeling wordt gefaseerd ingevoerd, beginnend bij de inkomstenbelasting, en geldt voorlopig nog niet voor lokale belastingen.
Wat kun je nu doen?
Veel maatregelen zijn nog plannen. Maar het is verstandig om nú al te kijken welke impact ze kunnen hebben op jouw bedrijf of privévermogen. Heb je bijvoorbeeld spaargeld of beleggingen? Dan is het slim om alvast in kaart te brengen hoe de nieuwe regels uitpakken. Ook voor je wagenpark, investeringen of pensioen kan het fiscale verschil groot zijn.
Meer weten?
Wil je weten wat de nieuwe fiscale regels betekenen voor jouw situatie? Of ben je benieuwd waar nog kansen liggen? Neem dan contact op met je adviseur.
