Algemeen

Overzicht maatregelen 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de landbouw

09 jan. 2024

Van 2023 tot en met 2027 moet Nederland handelen volgens het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN), met als doel de waterkwaliteit in vervuilde gebieden te verbeteren. Dit brengt onder andere een wijziging van het Besluit gebruik meststoffen met zich mee. De maatregelen voor de landbouw zijn ingrijpend, met name voor zand- en lössgrondgebieden. We zetten de maatregelen voor je op een rij.

Duurzaam bouwplan

Eén van de pijlers uit het 7e APN is ‘duurzaam bouwplan’, dat zich richt op de transitie naar duurzamere bouwplannen. Je kunt daarbij denken aan bouwplannen waarvan (blijvend) grasland, rustgewassen en vanggewassen een substantieel deel uitmaken. Dit draagt namelijk bij aan het verbeteren van de bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit en de klimaatbestendigheid. Het zal je dus niet verbazen dat deze teelten in zekere zin verplicht worden vanuit het 7e APN.

Rustgewassen op zand en löss

Op zand- en lössgronden is het verplicht om per ingang van 2023 minimaal eens in de 4 jaar een rustgewas te telen op perceelniveau. Rustgewassen wortelen dieper in de grond en kunnen daardoor de bodemstructuur verbeteren en voedingstoffen dieper in de bodem opnemen.

Rustgewassen zijn met name grassen en (winter- en zomer-)granen. Ook luzerne, klaver en vezelgewassen zijn opgenomen in de lijst met toegestane rustgewassen.

Vanaf 2027 is een rotatie van eens in de 4 jaar niet meer voldoende en moet je eens in de 3 jaar een rustgewas telen. De rotatieverplichting is gekoppeld aan een voorwaarde van het nieuwe GLB. Als je vanaf 2023 al begint met een rotatie van eens in de 3 jaar, kun je hiermee tot 2027 nog punten scoren in de zogenaamde ‘eco-regeling’.

Vanggewassen vóór 1 oktober

Vanggewassen zorgen voor een bedekking in de winter en voorkomen uit- en afspoeling van nutriënten van het perceel. Sinds 2023 wordt een inzaaidatum van 1 oktober gehanteerd op zand- en lössgrond. Vroeg gezaaide groenbemesters geven namelijk de grootste kans van slagen en geven het beste resultaat. Op klei- en veengronden is de opgave voor de waterkwaliteit lager en gelden deze regels niet. Sinds 2023 kennen we daar wel het verplichte vanggewas na mais als het gaat om een derogatiebedrijf in een NV-gebied (met nutriënten verontreinigd gebied). 

Bij winterteelten geldt de verplichte inzaai van vanggewassen op zand- en lössgrond niet. Heb je vóór 1 oktober geen vanggewas gezaaid en betreft het geen winterteelt? Dan krijg je een korting op de stikstofgebruiksnorm.

Organische stofrijke meststoffen stimuleren

Het gebruik van organische meststoffen wordt gestimuleerd vanuit het 7e APN. Zo telt sinds 2023 nog 25 procent van het fosfaat uit compost mee voor de fosfaatgebruiksruimte in plaats van 50 procent. Van fosfaat uit strorijke vaste mest, champost en vergelijkbare producten telt 75 procent mee voor de norm in plaats van 100 procent. Zo kun je binnen de bemestingsruimte meer gebruikmaken van organische stofrijke meststoffen. Let wel op de voorwaarden: Je gebruikt per perceel minimaal 20 kg fosfaat van de organische stofrijke meststof en je gebruikt per hectare niet meer dan de maximale fosfaatgebruiksnorm.

Verschuiven van uitrijdatums

De eerste uitrijdatum van vaste strorijke mest op zand- en lössgrond is sinds 2023 met 1 maand vervroegd. Voor bouwland én voor grasand. Vaste strorijke mest mag dus gelijk met ingang van 2024 worden uitgereden; vanaf 1 januari.

De algemene eerste uitrijdatum voor drijfmest en dunne fractie op bouwland was juist naar achter opgeschoven; in plaats van 15 februari mag dat vanaf 16 maart. De melding van maispercelen is hiermee komen te vervallen. Wel geldt er een uitzondering op de nieuwe uitrijdatum voor enkele gewassen. Die gewassen moeten dan wél worden gemeld.

rVDM (Realtime Vervoersbewijzen Dierlijke Mest)

Sinds 2023 zijn vervoersbewijzen voor dierlijke mest realtime en digitaal geworden. Hierin staan onder andere gegevens van de vervoerder, de leverancier en de afnemer. Daarnaast is van de mest bekend waar het wordt geladen en gelost. De nieuwe rVDM vervangen de oude VDM. Lees meer over rVDM in dit artikel.

Bufferstroken

Bufferstroken langs watervoerende sloten zijn in 2023 geïntroduceerd. Langs een watervoerende sloot geldt een verplichte bufferstrook van 3 meter. Bij KRW-waterlichamen en ecologisch kwetsbare waterlopen is zelfs 5 meter van toepassing. Langs droogvallende sloten (droog in de periode tussen 1 april en 1 oktober) geldt een verplichte bufferstrook van 1 meter. Op de bufferstroken mag je geen mest of gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Sloten die altijd droog staan (en slechts incidenteel water bevatten), vereisen geen bufferstrook. 

Bufferstroken langs KRW-waterlichamen of overige watervoerende sloten mogen eventueel minder breed worden dan de norm. Dit geldt op het moment dat de bufferstrook meer dan 4 procent van het topografisch perceel beslaat. Je hoeft dit niet zelf te berekenen, in een kaartlaag van Mijn percelen in Mijn RVO wordt dit allemaal zichtbaar.

Samengevat

Houd rekening met:

  • Rotatie rustgewassen (eens in de 4 jaar)
  • De voordelen van organische mest (gebruiksnorm)
  • Nieuwe eerste uitrijdatums mest
    • Vaste mest vanaf 1 januari 
    • Drijfmest vanaf 16 maart
  • Het nieuwe rVDM 
  • Vanggewassen vóór 1 oktober op zand- en lössgrond
  • Vanggewas na mais voor derogatiebedrijven op klei en veengrond in NV-gebied
  • Verplichte bufferstroken

Countus helpt je graag

Heb je vragen over het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn? Of over het nieuwe GLB of het mestbeleid? Countus volgt de regelgeving op de voet en helpt je graag.