Wat verandert er?
Tot nu toe kon een verzoek om kwijtschelding worden afgewezen als je nog vermogen had. Denk aan een huis of ander bezit. Die regels worden soepeler. Je hoeft je bezittingen niet meer meteen te verkopen als dat ‘onredelijk bezwarend’ voor je is. Bijvoorbeeld omdat je dan je woning kwijt zou raken. Wel moet je de waarde van dat bezit uiteindelijk gebruiken om (een deel van) je schuld af te lossen.
Dat geldt alleen voor bezittingen waarop een schuld rust die voorrang heeft op de Belastingdienst. Zoals een hypotheek. Is er daarna nog een restschuld? Dan kan die alsnog worden kwijtgescholden.
Eigen woning behouden
Vooral ondernemers met een eigen woning profiteren van deze nieuwe regeling. De Belastingdienst erkent dat het onredelijk kan zijn om je woning te verkopen als je door een langere afbetalingstermijn alsnog je schuld kunt voldoen. Luxe bezittingen zoals een boot of tweede auto vallen hier trouwens niet onder.
Tot 6 jaar aflossen
Volgens de nieuwe regels krijg je maximaal 72 maanden de tijd om je belastingschuld af te lossen. Dat is flink ruimer dan de huidige 12 maanden. In het eerste jaar moet je alles boven je ‘betalingscapaciteit’ inzetten voor aflossing. In de 5 jaar daarna hoeft dat niet meer – zolang je maar je waardevolle bezit (bijvoorbeeld je woning) benut voor afbetaling.
Let op
Wat je betalingscapaciteit is, hangt af van je inkomen, vaste lasten en gezinssituatie.
Meer weten?
Twijfel je of je voor kwijtschelding in aanmerking komt? Of wil je weten wat dit concreet voor jouw situatie betekent? Neem dan gerust contact op met één van onze adviseurs. We denken graag met je mee.
